Categorie archief: Zelfreflectie

Reflectie les 2: De Dromenkoffer

Hoe ging het ?

Ik vond het best wel goed gaan, ik was bang dat ze de dromen niet paraat hebben of niks konden bedenken, middelbare scholieren hadden het misschien sneller antwoord gegeven op vragen over hun dromen, maar dit ging goed, beter dan verwacht.

Ik was minder zenuwachtig dan vorige keer en ik denk dat dat komt door een betere voorbereiding. Ik heb mijn plannen veranderd, zelf een les bedenken, zelf een les voorbereiden, niet van internet. Ik had geen blaadjes nodig om dingen op te lezen, dus dat was fijn. Verder heb ik geoefend, dus had ik niet vaak het gevoel dat ik iets zou vergeten.

Ik vond dat iedereen goed meewerkte, dus dat was heel prettig. Ik heb ooit gehoord om eerst de aandacht bij de leerlingen te leggen omdat ze dan beter betrokken zijn bij de les. Dit hoort dan in de eerste vijf minuten van de les te gebeuren.

Was het prettig voor de leerlingen een prettige start?

Niet alle leerlingen ervaarden het als een prettige start van de les. De zin “Jurre, ik heb gehoord dat jij goed kan tekenen” bleek heel wringend te zijn en hier had ik van tevoren ook niet zo veel over nagedacht. Het had net zo goed iets kunnen zijn als “wie heeft er zin om te tekenen?” of zoals in ‘een leraar van klasse’ beschreven staat de vraag omdraaien en zeggen “Jurre ik zou het prettig vinden om jou nog eens te zien tekenen”. Ik koos Jurre uit omdat ik hem aan het begin van de les spelletjes had zien spelen op zijn laptop. Voor de rest van de klas was het dus niet helemaal duidelijk waarom ik Jurre koos, maar ik vond het niet nodig om hem voor het blok te zetten door iets over zijn computergedrag te zeggen. Door hem op deze manier voor de klas te zetten heb ik hem misschien alsnog voor het blok gezet, dit was niet de bedoeling.

Kwam ik minder zenuwachtig over?

Ik vond het zelf prettiger om te gaan zitten tijdens de les, zodat ik op de zelfde hoogte zat als de leerlingen. Ik merkte dat mijn ademhaling daardoor ook rustig was en bleef, naast af en toe een zenuwachtig momentje waarop ik bang was mijn tekst kwijt te raken.

Observant: “Klein beetje maar niet zo erg als vorige keer. Dus een stuk minder. Je zat rustig en had een luisterende houding. Je was geinteresseerd en persoonlijker.”

Leerlingen: “Heel fijn dat je zat aan het begin, aan het begin was je een beetje gehaast. Je had een kleine trilling in je stem, bij de uitademing maar ik had er niet veel last van. Ik vond het heel fijn dat je je handen rustig waren, kalm.”

 

Meenmemer : kalme houding, zitten, opdracht heeft link naar je opdracht, waar lopen leerlingen tegen aan? Een duidelijke planning, erg leuke opdracht!! De eerste vijf minuten bij de leerlingen leggen, heel rustig en geïnteresseerd.

 

 

 

 

 

Reflectie les 3: Kleding gedrag en seksualiteit in de klas.

Anita en ik hadden samen een onderwerp gekozen wat we beiden interessant vonden en wat was voortgekomen uit de casussen die we zelf in de lessen hadden genoemd. We hadden afgesproken dat ik me vooral zou focussen op het kledinggedrag en Anita op het onderwerp seksualiteit. Ik vertelde vanuit de informatie die ik kende en ik had ervoor gezorgd dat ik meer informatie wist dan dat ik moest vertellen. Tijdens de presentatie werd ik af en toe onderbroken door Anita, omdat zij iets op mijn verhaal aan wilde vullen. Na een tijdje was dit een aantal keer gebeurd en werd het storend. Toen ze iets over haar onderwerp moest vertellen wist ik iets aan te vullen op haar verhaal, maar alsnog bleef zij het meeste aan het woord. Zodra Anita enthousiast aan het vertellen was had ik niet de behoefte om haar te stoppen, maar vooral om haar een richtlijn te laten kiezen. Zodra een leerling iets interessants antwoordde waar we op aan konden haken, deden we dat en zo hebben we heel veel feiten overgebracht. Naast deze feiten hebben we beiden laten merken wat onze mening over de kwesties was.

Ik wilde dat de leerlingen de klas uit zouden gaan met een idee over de regels van kledinggedrag in de klas. Wat mag wel en wat mag niet? Wat doe je als een leerling zich te bloot kleedt? Ik wilde mijn klasgenoten een vermoeden geven wat er moet gebeuren zodra je voor de klas gaat en er gebeurt iets wat eigenlijk niet kan: een leerling of collega draagt een te kort rokje. Ik wilde van mijn klasgenoten weten of zij daar net zo over dachten als ik en hoe zij in zouden grijpen.

Ik kreeg veel reacties uit de klas over wat zij wel en niet vinden kunnen. De gewenste informatie heb ik dus wel gekregen. Als feedback kreeg ik te horen dat ik Anita moeilijk overstemde, hier hebben we het achteraf nog even over gehad en ze had dit zelf toen ook door. De klas begreep wel dat ik de les goed had voorbereid en dat ik alleen in had moeten grijpen zodra ik aan het woord wilde komen. Dit had ik op dat moment niet gedaan omdat de les goed liep en ik het vermoeden had dat de les juist de juiste vruchten afwierp. Achteraf gezien had ik in kunnen grijpen door Anita even aan te spreken of haar te overstemmen.

Zelfreflectie les 17 september

Op 17 september gaf ik een presentatie over strips (zie inhoud onder kopje “lesvoorbereiding”.)

Ik begon kort met een inleiding en peilde door middel van vragen wat de leerlingen al wisten over strips. Veel leerlingen reageerden enthousiast op mijn vraag over of ze strips een kunstvorm vinden. Ik wist niet goed hoe ik daarop moest reageren en vervolgde mijn presentatie met informatie geven over strips als kunst en dacht daarbij nog na over mijn reactie op de leerlingen. Sommige leerlingen vonden dat ik rustig en duidelijk sprak en met mijn stem goed over de klas heen kwam. Sommigen merkten dat ik veel “uh” ging zeggen en dat mijn stem ging schommelen.

Ik stapte over op het volgende gedeelte van de presentatie door op de beamer een aantal afbeeldingen te laten zien van Egyptische kunst. Ik eindigde mijn les met “dit was het eerste deel van mijn les, de volgende les leer ik jullie hier meer over.”

In een volgende les zou ik beter willen kunnen reageren op mogelijke discussies en reacties van de leerlingen. Het moet een keus voor mij worden om te improviseren in de les en ruimte houden voor reacties, of mijn les voor te bereiden en daarin geen ruimte te geven voor reacties. Omdat ik graag wil dat leerlingen mijn les aangenaam vinden zal ik sneller voor de eerste optie gaan. Dan zal ik beter moeten oefenen orde te houden in de klas.

Het was geen goed idee om de afbeeldingen te openen vanaf mijn e-mail op de beamer. Ik vertrouw de leerlingen uit mijn klas om fatsoenlijk om te gaan met mijn mailadres, maar dit kan ik later, voor een ‘echte’ klas, natuurlijk niet in mijn lessen verwachten.

Ik keek redelijk vaak op mijn velletje papier waarop ik mijn voorbereiding had geschreven. Dit doe ik snel als ik zenuwachtig word en dit doe ik vooral omdat ik bang ben om dingen te vergeten. Achteraf had ik alsnog spijt dat ik onderdelen van mijn presentatie was vergeten te vertellen. Gelukkig ging het in deze presentatie niet heel erg over de inhoud.

De leerlingen vertelden me achteraf dat ze zich op hun gemak voelden in mijn les en hier werd ik heel erg blij van. Ik hoorde zelfs (van Sanne geloof ik) dat ik “een leuke twinkeling in mijn ogen heb” als ik vertel.

Voor de volgende presentatie ga ik voor mezelf duidelijker stellen wat mijn doel is. Dit wil ik dan ook controleren. Ik denk dat ik dit het beste kan doen door aan medeleerlingen van tevoren feedback te vragen. Dit had ik nu niet gedaan.