Categorie archief: Een leraar van klasse

H11 Samenvatting van deel I: Het VAARDIG-model & Verantwoording van deel I

Wat van wat je gelezen hebt ervaar jij als waardevol voor jouw aankomend docentschap?

Het VAARDIG-onderwijs model geeft duidelijk alle richtlijnen weer die van groot belang zijn tijdens je les. Tijdens het lesgeven zijn er veel aandachtspunten waar je als docent extra op moet letten dit zijn daar een aantal voorbeelden van:

Wees een goede leider Goed gewoontegedrag = meer tijd voor het echte werk! Wees geïnteresseerd in je leerlingen Maak leerlingen bewust Geef duidelijke grenzen aan en heldere regels Oefen er mee Corrigeer meteen Maak afspraken met je leerlingen, wees jezelf. Reflecteer op je eigen inbreng: Ben je onhandig? Wacht je te lang? Geef je geen duidelijke grenzen aan? Begin gewoon en oefen in orde herstellen, ordemaatregelen, straffen. Leer van ervaring.

Als docent moet je niet in paniek raken, het VAARDIG-model komt samen met een soort geruststelling dat je het docentschap leert doordat je het doet. Dit zie ik als waardevolle les.

Wat van wat je gelezen hebt kun je nu al toepassen binnen het vak skillslab?

Een les voorbereiden naar aanleiding van dit model is ook in plaats van een schema te doen. Misschien kan ik in het vervolg eens een les geven naar aanleiding van het VAARDIG-model.

Wat van wat jij gelezen hebt roept bij jou vragen op?
Welke vragen zijn dat?

Ik weet nog niet of ik het model goed genoeg begrijp om er een les mee te kunnen voorbereiden. Ik denk dat dit zichzelf in de toekomst wel oplost en dat het een zorg voor later is. We gaan het waarschijnlijk nog eens in een les bespreken, wat me prettig lijkt.

H16 Met zorg de orde herstellen & Verantwoording van deel 2

Wat van wat je gelezen hebt ervaar jij als waardevol voor jouw aankomend docentschap?

Je moet goed uitgerust voor de klas staan. Niet alleen fysiek maar ook mentaal aanwezig zijn. Wees de docent, je bent de baas en zij proberen hun grenzen op te zoeken. Zorg ervoor dat ze niet té veel bewegingsruimte hebben daarmee. Dit kun je ook doen door zelf duidelijk aanwezig te zijn en deze bewegingsruimte aan te geven. Waar de grenzen liggen bepaal je zelf. Herhaling kan van pas komen. Zodra de leerlingen jouw regels even vergeten zijn kun je ze daarop wijzen en ze eraan herinneren. Zodra een leerling zich niet aan jouw regels houdt kun je het beste kalm blijven en de leerling een vraag stellen waarom hij bijvoorbeeld (alweer) zit te praten. Te agressief of fel reageren kan averechts werken. Zodra je de leerlingen serieus neemt, zullen ze dit ook bij jou doen.

Wat van wat je gelezen hebt kun je nu al toepassen binnen het vak skillslab?

Zodra ik voor de klas sta moet ik voet bij stuk houden. Ik moet weten wat ik doe en de leerlingen hebben dat ook door. Ik kan niet over me heen laten lopen.

Wat van wat jij gelezen hebt roept bij jou vragen op?

Wat als je ingrijpt zoals je altijd doet (wat normaal werkt) maar nu opeens geen reactie van de leerlingen oplevert?

Ik denk dat het goed is om hier met mededocenten over te spreken, omdat zij hier ook last van zouden kunnen hebben. Deze docenten hebben misschien al wel een oplossing gevonden om de klas rustig te krijgen.

 

H15 Veroorzaak je de onrust zelf?

Wat van wat je gelezen hebt ervaar jij als waardevol voor jouw aankomend docentschap?

Je moet als docent kunnen traceren waar de onrust vandaan komt. Doorgaans ontstaat dit niet zomaar. Probeer het dan aan te pakken. Zodra een leerling aangeeft dat hij bepaalde verantwoordelijkheden nog niet aankan ben jij als docent verantwoordelijk. Zorg voor een logische opeenvolging van opmerkingen, zodat alle leerlingen je begrijpen. Daarbij moet je duidelijke doelen voor ogen hebben en deze ook echt aanhouden. Wees alert op de gevolgen daarvan. Focus op wat er gebeurt.

Wat van wat je gelezen hebt kun je nu al toepassen binnen het vak skillslab?

Sommige dingen kun je anders brengen als docent. Zodra iemand zit te typen op zijn laptop en dit is even niet handig, dan hoef je niet te roepen “hou daar eens mee op”, maar kun je je meer focussen op de reden waarom diegene moet stoppen met typen: “ik vind het prettig als het even stil is”.

Wat van wat jij gelezen hebt roept bij jou vragen op?
Welke vragen zijn dat?
Licht toe en beschrijf wat voor jou een alternatief kan zijn.

Zodra een klas onrustig is ben ik als docent verantwoordelijk. Ik kan er zelf voor zorgen dat mijn klas rustig is en wanneer de riemen een beetje gevierd mogen worden etc.

H14 Het fundament van je leiderschap

Wat van wat je gelezen hebt ervaar jij als waardevol voor jouw aankomend docentschap?

Ik denk dat het goed is om samen met de leerlingen regels te stellen. Dit sluit ook aan bij een presentatie die we hebben gehad in de les van Skillslab. Doordat de leerlingen doorkrijgen dat jij je in hen kan verplaatsen krijg je zelf als docent meer begrip van hen. Waarschijnlijk hebben de leerlingen het idee dat ze ook iets te zeggen hebben over de les en de meesten zullen daarmee geen grenzen over gaan. Zodra de leerlingen de regels verbreken is het op deze manier makkelijker om er met ze over te praten, omdat zij de regels hebben opgesteld.

Wat van wat je gelezen hebt kun je nu al toepassen binnen het vak skillslab?

Ik hoef mijn stem niet te verheffen om het stil te krijgen. Ik kan heel rustig voor de klas gaan staan. Al is het mijn eigen klas, ze weten wel de regels. Als er iemand les moet geven weten ze dat ze stil moeten zijn. De regels zijn in dit geval niet opgesteld door mijzelf, maar het effect blijft het zelfde.

Wat van wat jij gelezen hebt roept bij jou vragen op?
Welke vragen zijn dat?
Licht toe en beschrijf wat voor jou een alternatief kan zijn.

Wat gebeurt er als het opnieuw onrustig wordt? Je kunt als docent niet je klas eindeloos mee naar buiten en naar binnen slepen.

Zodra de klas opnieuw onrustig wordt moet er misschien gekeken worden naar de groepsdynamica. Misschien passen sommige leerlingen niet goed naast elkaar en maken ze elkaar onrustig. Een leerling (of de hele klas) naar de gang sturen zou ook omgekeerd kunnen werken, misschien. Wat als er leerlingen weglopen of juist extra afgeleid worden daar?

H 10 Groepsgewijs leren bevorderen

Wat van wat je gelezen hebt ervaar jij als waardevol voor jouw aankomend docentschap?

Maak de sfeer gezellig en coöperatief. Zodra leerlingen de sfeer in de klas waarderen werken ze ook harder. Een wedstrijdje houden met de leerlingen of ze een uitdaging voorleggen zal voor een gezellige sfeer in de klas zorgen. Zodra leerlingen samen moeten werken moeten ze hun problemen en ideeen onder woorden brengen, hierdoor komen ze zelf vaak tot conclusies. Ze worden zich meer bewust van hun eigen denkbeelden. Ik merk bij mezelf al heel erg dat het werkt. Als ik ergens mee vastloop, dan ga ik het er met zo veel mogelijk mensen over hebben. Leerlingen kunnen dit ook meenemen, zoals ik dat ook ooit heb geleerd en hier als werkvorm in het boek staat beschreven. Eigenlijk besef ik me die ‘trucs’ van docenten nu pas.

Wat van wat je gelezen hebt kun je nu al toepassen binnen het vak skillslab?

Een voortgangsbespreking wordt heel erg lastig na één les. De leerlingen zelfstandig laten werken is lastig als ik maar een kwartiertje heb om ook nog iets uit te leggen over een beeldend middel. De groepssfeer gebruiken zou eventueel wel kunnen, door de leerlingen uit te dagen of een wedstrijdje voor te leggen. Waar ik de leerlingen in zal uitdagen is voor mij ook nog een vraag, sinds ik niet weet wat het onderwerp wordt van mijn volgende les.

 

 

H 9 Individuele benadering van de leerlingen

Wat van wat je gelezen hebt ervaar jij als waardevol voor jouw aankomend docentschap?

Leerlingen hebben niet altijd uitleg nodig bij het starten van een les. Zoals er in het boek wordt besproken zorgt juf Mariëtte er bijna elke les wel voor een kortere of langere periode waarin de leerlingen zonder begeleiding – maar wel in haar aanwezigheid – individueel of in groepjes werken. Zo kun je als docent goed de leerlingen individueel spreken en hun proces bekijken van dichtbij. Zeker bij kunstvakken gaat er nogal wat tijd in een werkje van leerlingen zitten en deze tijd moeten ze zo nu en dan in de lessen krijgen, sinds niet alle leerlingen de materialen thuis hebben. Als docent heb je dan ook de ruimte om de leerlingen beter te leren kennen (zoals besproken is in hoofdstuk 20).

Wat van wat je gelezen hebt kun je nu al toepassen binnen het vak skillslab?

“Het kan heel nuttig zijn om bewust aandacht te besteden aan de wat stillere leerlingen” De leerlingen die veel om aandacht vragen hebben deze niet altijd nodig. Misschien komt het nu niet veel voor bij lessen die er worden gegeven in de klas, maar zodra de leerlingen rol ook echt gespeeld zou worden door een scholier van het voortgezet onderwijs, zou ik hier zeker op letten.

Wat van wat jij gelezen hebt roept bij jou vragen op? Welke vragen zijn dat? Licht toe en beschrijf wat voor jou een alternatief kan zijn.

‘Ik ken mijn pappenheimers’

H8 Dubbele aandacht: product en proces

Wat van wat je gelezen hebt ervaar jij als waardevol voor jouw aankomend docentschap?

Het lijkt me heel praktisch en slim als docent om de werkwijze te bespreken met mijn leerlingen. Zodra er een probleem wordt toegelicht in de klas door een leerling en meerdere leerlingen ervaren dit probleem moet je er sowieso iets aan doen als docent. Zodra je niet precies weet hoe je dit probleem op moet lossen en waar er iets veranderd moet worden kun je de klas erbij betrekken. De leerlingen voelen zich hierdoor waarschijnlijk gewaardeerd en serieus genomen en als docent begrijp je beter waar het probleem ligt. De leerlingen kunnen samen met mij tot een besluit komen, zodat het in principe een win-win situatie is.

Wat van wat je gelezen hebt kun je nu al toepassen binnen het vak skillslab?

Bij het kopje ‘Zoeken op het internet’ merkt de docent op dat veel leerlingen andere bronnen gebruiken dan anderen. Hij ziet dat de verslagen die worden ingeleverd heel erg uiteen lopen. Blijkbaar is dit niet de bedoeling en daarom wijdt hij zijn volgende les aan: hoe kun je handig zoeken op het internet?

Dit vind ik heel slim omdat deze docent weet dat de leerlingen iets gaan hebben aan zijn volgende les. Hij blijft niet het standaard riedeltje lessen afgaan die hij misschien al jaren hanteert. Bij skillslab is dit misschien moeilijk toe te passen, maar is het wel de bedoeling dat we opmerken wat er de volgende les anders of beter kan.

Wat van wat jij gelezen hebt roept bij jou vragen op? Welke vragen zijn dat? Licht toe en beschrijf wat voor jou een alternatief kan zijn.

Zodra er een leerling aan je komt vragen hoe de opdracht moet en je wil er geen antwoord op geven omdat de leerling dan zelf niks meer toe kan voegen aan het antwoord, gaan ze er in het boek vanuit dat de leerling er zelf wel achter komt wat het antwoord is. Wat als dit niet zo is? De leerling kan zichzelf denk ik ook blokkeren door niet aan zichzelf toe te geven dat ze het antwoord zelf ook wel kunnen bedenken.

Er bestaat in mijn ogen een mogelijkheid die ik zelf ook wel eens heb meegemaakt met docenten. De docent kan je ook enkele woorden in de mond leggen zodat je het zelf af kunt maken. Als een leerling het antwoord écht niet weet te geven zou je nog het antwoord kunnen geven op de vraag en specifiek uitleggen hoe hij of zij het antwoord de volgende keer wel kan vinden.

H 22 Helpen en geholpen worden

Wat van wat je gelezen hebt ervaar jij als waardevol voor jouw aankomend docentschap?

Ik denk dat het vooral voor kunstvakken belangrijk is dat leerlingen plezier hebben in het maken. Het plezier zorgt voor aanzienlijk beter werk. Voor de leerlingen is het belangrijk dat ze lekker en met een goed resultaat bezig zijn met iets van henzelf.

Wat van wat je gelezen hebt kun je nu al toepassen binnen het vak skillslab?

De leerlingen zijn van mij afhankelijk. Ik heb de positie als gezagsdrager en de leerlingen wachten rustig af tot ik als docent meld wat ik te zeggen heb en een opdracht, idee of voorstel geef. Ik wil proberen in een les van skillslab om de leerlingen te betrekken bij mijn les en eventueel een stukje in hun handen te leggen.

Wat van wat jij gelezen hebt roept bij jou vragen op? Welke vragen zijn dat? Licht toe en beschrijf wat voor jou een alternatief kan zijn.

Wat te doen met een leerling die te veel om hulp vraagt? Op dit moment zit ik er ook bij in de klas, leerlingen die elke vijf minuten vragen wat we ook alweer gingen doen en hoe de opdracht in elkaar zit. Op een gegeven moment zou ik me daar als docent snel aan gaan ergeren. Het is de moeite waard om te proberen erachter te komen wat die leerling ertoe drijft zoveel hulp te vragen.

Een stoorzender in de klas kun je even ‘parkeren’ en er later op terug komen. Dan laat je de leerling niet in de steek en kun je er achter komen met die leerling hoe hij of zij studeert en wat daar eventueel aan veranderd kan worden.

H 20 De kern van de relatie is het contact

Wat van wat je gelezen hebt ervaar jij als waardevol voor jouw aankomend docentschap

Ik wil ervoor zorgen dat ik later een persoonlijke band opbouw met mijn leerlingen. Dat is zowel voor hun als voor mij prettig voor de leeromgeving. Ook ga ik zoeken naar een manier om open te staan voor de leerlingen. Het is belangrijk dat er niet te veel wordt gedeeld en niet te weinig, dus die middenweg moet laten zien dat ik betrokken en open ben tegenover de leerlingen. Empathie speelt hierna ook een belangrijke rol. Ik heb zelf gemerkt dat het heel erg bevalt als leraren dat bij onze huidige klas toepassen. Ik heb wel eens gehoord van Myrthe (kunsgeschiedenis docente), dat ze zei: “ik begrijp dat jullie het heel druk hebben, maar ik vraag maar twee uurtjes van jullie tijd, probeer je te focussen”. Later in de les verklapte ze dat dit een trucje was om ons te laten denken dat ze ons echt begreep. Dit was zeker gelukt. Empathie: je merkt een gevoel van een leerling op en je brengt dat onder woorden.

Wat van wat je gelezen hebt kun je nu al toepassen binnen het vak skillslab?

Actief luisteren. Zodra een leerling niet precies onder woorden kan brengen wat hij of zij bedoeld kan ik dat voor die leerling doen. Zodra je passief afwacht wat een leerling wil zeggen bestaat er een grote kans dat een groot deel van de klas afhaakt en het oninteressant vindt. Bij actief luisteren moet ik er wel op letten dat ik niet te snel antwoorden invul voor een leerling.

Wat van wat jij gelezen hebt roept bij jou vragen op? Welke vragen zijn dat? Licht toe en beschrijf wat voor jou een alternatief kan zijn.

Optimaal communiceren: Het maakt uit hoe je dingen zegt, maar ik heb het idee dat er een onderscheid zit tussen onderbouw en bovenbouw. Tegen de bovenbouw zul je sneller direct zijn. Als ik een leerling was en een leraar zou tegen me zeggen: ‘Als ik niet oppas, struikel ik over een van die tassen in het gangpad. Ik wil liever overeind blijven. Willen jullie wat loopruimte maken?’, dan zou ik me hebben afgevraagd wat er mis zou zijn met die leraar. Ik zou het snel directer zeggen en het minder bot over laten komen door te glimlachen bijvoorbeeld. Ik vermoed dat leerlingen in de 5e klas weinig problemen hebben met een bekende docent die zegt: ‘Met al die tassen in het pad maken jullie er een rotzooi van. Maak eens wat ruimte.’